Quantcast
Channel: Onder de appelboom
Viewing all articles
Browse latest Browse all 128

Ter afsluiting van deze blog

$
0
0

Voor het keukenraam lopen vier sneeuwpoppen voorbij. Nog maar een dag geleden stonden twee ervan te smoezen, twee andere giechelend arm en arm. Ze maakten van de tuin een speelplaats waar de bel nog lang niet klinkt en de kinderen uitgelaten zijn.
Ze zijn wat tanend nu, druipend van de zon, tussen het overschot van sneeuwtapijt dat gisteren nog op poedersuiker leek, maar nu, bij het smelten, steeds meer van de schuimkoppen op golven heeft die we samen zagen in de nacht van oud op nieuw. Acht graden was het toen, en veel te warm voor de tijd van het jaar. We lieten wensballonnen op met vrienden, zelfs als dat niet mocht, en schreven er bescheiden dromen op voor ons gezin en die goede gezondheid van altijd. Er was een briesende, aanlandige wind, die de ballonnen even later nietsontziend kapot liet smakken op doornbos en strand. Nog geen twee weken later was het ziekenhuis mijn deel.

Steeds meer spoken zijn ze nu, die kindknutsels van sneeuw, en achter hen, doorheen de laatste sneeuwlaag en het grastapijt, steken de eerste krokussen op. Ik plantte ze onder de lindeboom, in een herfst van lang geleden. In mijn buik groeiden twee levens die ik later in die krokuszee nog zo vaak zou fotograferen, kruipend of in rubberlaarsjes, en zelfs op blote voetjes wanneer het weer eens veel te warm was voor die vroege tijd van het jaar.
Bij alle krokussen die ik met hen en – later – ook met de derde uk de grond in stak, was de aarde weer wat zachter, een beetje warmer dan daarvoor.

Ze staan nu turend voor mijn keukenraam, die twee levens uit mijn buik van toen, elf en ongedurig, terwijl ze vogels tellen en ik hen voorlees uit de krant. En ik wijs hen expliciet op wat tussen de regels staat. Dat Jacques Van Yperseele de klimaatbetogers minzaam steunt en raad geeft, zeg ik, en hoe belangrijk wel de steun van wetenschappers is.
Tussen een merel en twee koolmezen door, knikt de zoon dat het hoognodig is dat de aarde wordt verzorgd. Hij mag er niet aan denken om te eindigen op Mars.
Dochter fulmineert tegen alle onverlaten die hun vuilnis laten slingeren en de natuur vernielen. Er zijn heel veel mensen, meent ze, die nooit voor de natuur zullen zorgen wanneer de politiek hen niet verplicht.
Ze tellen verder, en ik lees. En dan vragen ze het toch, bezorgd.
‘Als wij nu ook wilden betogen, zouden we dan mogen?’
De man knikt zonder aarzelen: ‘Meteen, je mag nu donderdag al.’
‘Maar dat is spijbelen?’ werpen ze wenkbrauwfronsend tegen.
‘Maar het is om goede redenen,’ zegt hij. ‘Dan hoef je niet naar school.’
Ontzet door zoveel instemming richten ze hun vragende ogen op mij.
‘We waren bang,’ zeg ik, ‘dat jullie het nooit zouden vragen.’
Verbaasd staren ze verder uit het keukenraam. Een ekster en tien roeken bezetten het gazon, maar geen van beide telt ze nog. In de marge van de krant trek ik dan zelf maar streepjes: eentje voor ontwikkeling en zin in politiek, een ander voor natuurliefde en, tenslotte ook, nog voorzichtig tussen haakjes, een derde bij engagement.

Edit: omdat tussen droom en daad wetten en praktische bezwaren staan, zijn ze vandaag toch gewoon op school. Maar in gedachten zijn ze daar en mag de politie hen er gewoon bijtellen.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 128

Latest Images





Latest Images